Translate

zondag 17 juni 2012

Baboeska (oma)

Je kent ze wel die houten, gekleurde poppetjes die allemaal in elkaar passen. En als je ze open doet dan komt er weer een uit, en zo maar door en door. Baboeska worden ze bij ons in Nederland genoemd. De eerste keer dat ik dat woord gebruikte in Oekraïne keken ze me maar raar aan. Baboeska? Wat bedoel je? Ik legde in het Engels uit wat ik bedoelde. En ze zeiden: Oh je bedoelt Matroeska.  Het blijkt dat wij dus gewoon een verkeerde naam gebruiken voor deze houten poppetjes. In Oekraïne heten ze dus officieel Matroeska . Je kan ze inderdaad overal kopen in Oekraïne en ze zijn een leuk souvenir voor thuis.

Baboeska (met de klemtoon op de eerste a) betekent dus geen houten poppetje, maar wat dan wel? Het betekent oma. En oma’s zijn er veel in Oekraïne. Nu weet je niet altijd hoe oud iemand is maar als ze een (gebloemde) hoofddoek draagt, een beetje krom loopt en er redelijk oud uitziet dan valt ze voor mij toch wel in de categorie Baboeska. Ze zien er ook echt uit zoals bij ons in Nederland vroeger de oma’s eruit zagen. Dus van die jurken met een schort ervoor, makkelijke schoenen en een (gebloemde) doek op het hoofd.

Waarom zijn er zoveel Baboeska’s  en zie je bijna geen oude mannen meer? Dat komt uiteraard door de oorlog en ook door het Sovjetregime. De mannen zijn gesneuveld en de vrouwen bleven achter met de kinderen.  Bovendien is de levensstijl van veel mannen niet echt gezond te noemen. Dit heeft met name te maken met de grote hoeveelheid wodka die mannen drinken.

Het is heel sneu dat van het pensioen van de Baboeska’s bijna niets meer over is gebleven. In de Sovjettijd hadden ze over het algemeen een mooi zakcentje gespaard maar toen de Sovjet-Unie uiteen viel, daalde de waarde van het geld snel. Nu kunnen ze vaak niet meer rondkomen van het pensioen. Je ziet dan ook heel veel Baboeska’s op straat of op de markt iets te koop aanbieden. Op een krantje op de grond stallen ze hun waren uit. Afhankelijk van het seizoen zijn dat tomaten, bosjes dille, bessen of paddenstoelen. En met deze verkoop proberen ze hun pensioen een beetje aan te vullen.

Dus geen Matroeska’s die houten poppetjes. Een woord wat ik sterk hierop vind lijken en wat ik ook wel eens een keer door elkaar heb gehaald is het woord Marshoetka. Dat is openbaar vervoer in de vorm van een minibusje. Deze 9-persoons busjes rijden tussen steden  (bijvoorbeeld van Kiev naar Zhitomir) maar ook binnen een stad een bepaalde route.  Een paar jaar geleden kon je op elk punt langs de route in- en uitstappen door middel van je hand op te steken of de chauffeur te vragen om te stoppen. Maar tegenwoordig maken ze gebruik van haltes. Het voordeel van deze busjes is dat ze sneller zijn en niet, zoals de trolleybussen, gebonden zijn aan routes met een elektriciteitslijn.

Tijdens een van mijn reizen naar de Karpaten (berggebied in het westen van Oekraïne, tegen de Roemeense grens) reden we in een busje met onze gids en chauffeur over een zandpad naar een mooi uitzichtpunt. We zagen een Baboeska dezelfde richting op lopen en de chauffeur vroeg of ze een lift wilde hebben. Ze glimlachte dankbaar en stapte bij ons in. De gids vertaalde voor ons haar verhaal. Ze woonde een paar kilometer verder het zandpad op met haar man. Ze hadden een boerderij en waren zelfvoorzienend. Maar een keer in de twee maanden ging ze naar het dorp om luxe middelen, zoals shampoo, zeep en thee te kopen. Ze moest dan ruim 1,5 uur naar de dichtstbijzijnde bushalte lopen en daar met een Matroeska mee naar het dorp. Dan haar inkopen doen en vervolgens weer de weg terug. Daar was ze dan een hele dag mee bezig. Bij de boerderij stapte ze uit en ze zwaaide. Blij dat haar een lange wandeling was bespaard. Haar man zagen we op het land werken met een paard voor de ploeg. Het leek even een stap terug in de tijd en dat zet je dan toch wel weer even aan het denken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten