Je kent ze wel
die houten, gekleurde poppetjes die allemaal in elkaar passen. En als je ze
open doet dan komt er weer een uit, en zo maar door en door. Baboeska worden ze
bij ons in Nederland genoemd. De eerste keer dat ik dat woord gebruikte in
Oekraïne keken ze me maar raar aan. Baboeska? Wat bedoel je? Ik legde in het
Engels uit wat ik bedoelde. En ze zeiden: Oh je bedoelt Matroeska. Het blijkt dat wij dus gewoon een verkeerde
naam gebruiken voor deze houten poppetjes. In Oekraïne heten ze dus officieel Matroeska
. Je kan ze inderdaad overal kopen in Oekraïne en ze zijn een leuk souvenir
voor thuis.

Baboeska (met de klemtoon
op de eerste a) betekent dus geen houten poppetje, maar wat dan wel? Het
betekent oma. En oma’s zijn er veel in Oekraïne. Nu weet je niet altijd hoe oud
iemand is maar als ze een (gebloemde) hoofddoek draagt, een beetje krom loopt
en er redelijk oud uitziet dan valt ze voor mij toch wel in de categorie
Baboeska. Ze zien er ook echt uit zoals bij ons in Nederland vroeger de oma’s
eruit zagen. Dus van die jurken met een schort ervoor, makkelijke schoenen en
een (gebloemde) doek op het hoofd.
Waarom zijn er
zoveel Baboeska’s en zie je bijna geen
oude mannen meer? Dat komt uiteraard door de oorlog en ook door het
Sovjetregime. De mannen zijn gesneuveld en de vrouwen bleven achter met de kinderen. Bovendien is de levensstijl van veel mannen
niet echt gezond te noemen. Dit heeft met name te maken met de grote
hoeveelheid wodka die mannen drinken.
Het is heel sneu dat van
het pensioen van de Baboeska’s bijna niets meer over is gebleven. In de
Sovjettijd hadden ze over het algemeen een mooi zakcentje gespaard maar toen de
Sovjet-Unie uiteen viel, daalde de waarde van het geld snel. Nu kunnen ze vaak
niet meer rondkomen van het pensioen. Je ziet dan ook heel veel Baboeska’s op
straat of op de markt iets te koop aanbieden. Op een krantje op de grond
stallen ze hun waren uit. Afhankelijk van het seizoen zijn dat tomaten, bosjes
dille, bessen of paddenstoelen. En met deze verkoop proberen ze hun pensioen
een beetje aan te vullen.
Dus geen Matroeska’s
die houten poppetjes. Een woord wat ik sterk hierop vind lijken en wat ik ook
wel eens een keer door elkaar heb gehaald is het woord Marshoetka. Dat is
openbaar vervoer in de vorm van een minibusje. Deze 9-persoons busjes rijden
tussen steden (bijvoorbeeld van Kiev
naar Zhitomir) maar ook binnen een stad een bepaalde route. Een paar jaar geleden kon je op elk punt
langs de route in- en uitstappen door middel van je hand op te steken of de
chauffeur te vragen om te stoppen. Maar tegenwoordig maken ze gebruik van
haltes. Het voordeel van deze busjes is dat ze sneller zijn en niet, zoals de
trolleybussen, gebonden zijn aan routes met een elektriciteitslijn.
Tijdens een van
mijn reizen naar de Karpaten (berggebied in het westen van Oekraïne, tegen de
Roemeense grens) reden we in een busje met onze gids en chauffeur over een
zandpad naar een mooi uitzichtpunt. We zagen een Baboeska dezelfde richting op
lopen en de chauffeur vroeg of ze een lift wilde hebben. Ze glimlachte dankbaar
en stapte bij ons in. De gids vertaalde voor ons haar verhaal. Ze woonde een
paar kilometer verder het zandpad op met haar man. Ze hadden een boerderij en
waren zelfvoorzienend. Maar een keer in de twee maanden ging ze naar het dorp
om luxe middelen, zoals shampoo, zeep en thee te kopen. Ze moest dan ruim 1,5
uur naar de dichtstbijzijnde bushalte lopen en daar met een Matroeska mee naar
het dorp. Dan haar inkopen doen en vervolgens weer de weg terug. Daar was ze
dan een hele dag mee bezig. Bij de boerderij stapte ze uit en ze zwaaide. Blij
dat haar een lange wandeling was bespaard. Haar man zagen we op het land werken
met een paard voor de ploeg. Het leek even een stap terug in de tijd en dat zet
je dan toch wel weer even aan het denken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten