Translate

vrijdag 22 juni 2012

Barbecueën in je bontjas

Shaslick is erg populair in Oekraïne. Ik associeerde Shaslick met Hongarije. Maar in Oekraïne vind je meer Slavische invloeden dan je wellicht zou denken. Shaslick dus. Net zoals bij ons is dit een ijzeren spies met daarop vlees en groenten (bijvoorbeeld paprika en ui) geregen. Je kan het eten in restaurants maar de meeste Oekraïners eten het buiten. Het is namelijk iets wat ze altijd klaar maken als ze gaan barbecueën.

Laat even de manier waarop wij barbecueën los. Dus geen barbecue op pootjes met houtskool in de achtertuin. Ten eerste heeft het overgrote deel dat in de stad woont, geen tuin en ten tweede is houtskool heel duur. Je gaat gewoon naar het park of de bossen, sprokkelt wat hout bij elkaar en maakt er met een paar stenen of stukken ijzer een barbecue van. Je ziet dan ook op heel veel plekken in het bos zwarte plekken waar een keer geshaslickt is.
Van tevoren wordt thuis de Shaslick klaar gemaakt. Dus runds-, kippe of varkensvlees in stukken snijden en dan een paar uur marineren. Iedere familie heeft natuurlijk zijn eigen speciale marinade maar bijzonder vind ik dat er vaak mayonaise en ketchup in de marinade worden gebruikt. Ook worden er groenten gesneden. Dus stukken komkommer, tomaat, paprika en ui . Dit mengen ze zelden tot een salade maar doen ze vaak apart in bakjes. En natuurlijk hoort hier ook brood en wodka bij. Samen met de ijzeren Shaslickpinnen gaat alles dan in de tas en dan op naar het favoriete plekje aan het meer of in de bossen.
De meeste Oekraïners hebben geen auto dus gaan met de (trolley)bus of de Marshoetka (minibus) naar het bos of het park. Iedere stad heeft aan de rand een stuk bos liggen dat als recreatiegebied wordt gebruikt. Vaak ligt dit aan een rivier of meer en is er dus een strandje. Er zijn speeltuinen en kermisachtige attracties. En je kan een roeiboot of een waterfiets huren. Er is een café of restaurant in het park maar de meeste mensen nemen hun eigen drank en eten mee. Met volle tassen stappen ze bij de bushalte uit en lopen het bos in. Ze gaan op zoek naar een mooi plekje. De mannen en kinderen sprokkelen hout en vervolgens wordt het vuur aangestoken. De Shaslicks worden boven het vuur geplaatst. En dan begint het wachten onder het genot van een drankje en wat eten. Het is namelijk niet, zoals bij ons in Nederland, dat het vlees allemaal snel klaar moet zijn. Nee, het moet vooral lang op het vuur liggen. Hiervoor moet ook zeker vet aan het vlees zitten want dat zorgt ervoor dat de Shalicks sappig en mals worden. Maar het wachten is helemaal niet erg. Gezellig wat drinken en kletsen en natuurlijk discussiëren over hoe je de lekkerste Shaslicks krijgt.

Natuurlijk associëren wij barbecueën met zomer en lekker weer. Maar vergeet dat maar in Oekraïne. Als zij zin hebben in Shaslicken dan gaan zij gewoon naar buiten. Maakt niet uit wat voor temperatuur het is. Regen is natuurlijk niet zo handig maar ik heb ook regelmatig gehoord dat ze in de winter, zelfs als er sneeuw is, buiten gaan barbecueën. Ze nemen dan hout van huis mee en gaan in hun bontjassen, en natuurlijk onder het genot van de wodka, lekker Shaslicken.

zondag 17 juni 2012

Baboeska (oma)

Je kent ze wel die houten, gekleurde poppetjes die allemaal in elkaar passen. En als je ze open doet dan komt er weer een uit, en zo maar door en door. Baboeska worden ze bij ons in Nederland genoemd. De eerste keer dat ik dat woord gebruikte in Oekraïne keken ze me maar raar aan. Baboeska? Wat bedoel je? Ik legde in het Engels uit wat ik bedoelde. En ze zeiden: Oh je bedoelt Matroeska.  Het blijkt dat wij dus gewoon een verkeerde naam gebruiken voor deze houten poppetjes. In Oekraïne heten ze dus officieel Matroeska . Je kan ze inderdaad overal kopen in Oekraïne en ze zijn een leuk souvenir voor thuis.

Baboeska (met de klemtoon op de eerste a) betekent dus geen houten poppetje, maar wat dan wel? Het betekent oma. En oma’s zijn er veel in Oekraïne. Nu weet je niet altijd hoe oud iemand is maar als ze een (gebloemde) hoofddoek draagt, een beetje krom loopt en er redelijk oud uitziet dan valt ze voor mij toch wel in de categorie Baboeska. Ze zien er ook echt uit zoals bij ons in Nederland vroeger de oma’s eruit zagen. Dus van die jurken met een schort ervoor, makkelijke schoenen en een (gebloemde) doek op het hoofd.

Waarom zijn er zoveel Baboeska’s  en zie je bijna geen oude mannen meer? Dat komt uiteraard door de oorlog en ook door het Sovjetregime. De mannen zijn gesneuveld en de vrouwen bleven achter met de kinderen.  Bovendien is de levensstijl van veel mannen niet echt gezond te noemen. Dit heeft met name te maken met de grote hoeveelheid wodka die mannen drinken.

Het is heel sneu dat van het pensioen van de Baboeska’s bijna niets meer over is gebleven. In de Sovjettijd hadden ze over het algemeen een mooi zakcentje gespaard maar toen de Sovjet-Unie uiteen viel, daalde de waarde van het geld snel. Nu kunnen ze vaak niet meer rondkomen van het pensioen. Je ziet dan ook heel veel Baboeska’s op straat of op de markt iets te koop aanbieden. Op een krantje op de grond stallen ze hun waren uit. Afhankelijk van het seizoen zijn dat tomaten, bosjes dille, bessen of paddenstoelen. En met deze verkoop proberen ze hun pensioen een beetje aan te vullen.

Dus geen Matroeska’s die houten poppetjes. Een woord wat ik sterk hierop vind lijken en wat ik ook wel eens een keer door elkaar heb gehaald is het woord Marshoetka. Dat is openbaar vervoer in de vorm van een minibusje. Deze 9-persoons busjes rijden tussen steden  (bijvoorbeeld van Kiev naar Zhitomir) maar ook binnen een stad een bepaalde route.  Een paar jaar geleden kon je op elk punt langs de route in- en uitstappen door middel van je hand op te steken of de chauffeur te vragen om te stoppen. Maar tegenwoordig maken ze gebruik van haltes. Het voordeel van deze busjes is dat ze sneller zijn en niet, zoals de trolleybussen, gebonden zijn aan routes met een elektriciteitslijn.

Tijdens een van mijn reizen naar de Karpaten (berggebied in het westen van Oekraïne, tegen de Roemeense grens) reden we in een busje met onze gids en chauffeur over een zandpad naar een mooi uitzichtpunt. We zagen een Baboeska dezelfde richting op lopen en de chauffeur vroeg of ze een lift wilde hebben. Ze glimlachte dankbaar en stapte bij ons in. De gids vertaalde voor ons haar verhaal. Ze woonde een paar kilometer verder het zandpad op met haar man. Ze hadden een boerderij en waren zelfvoorzienend. Maar een keer in de twee maanden ging ze naar het dorp om luxe middelen, zoals shampoo, zeep en thee te kopen. Ze moest dan ruim 1,5 uur naar de dichtstbijzijnde bushalte lopen en daar met een Matroeska mee naar het dorp. Dan haar inkopen doen en vervolgens weer de weg terug. Daar was ze dan een hele dag mee bezig. Bij de boerderij stapte ze uit en ze zwaaide. Blij dat haar een lange wandeling was bespaard. Haar man zagen we op het land werken met een paard voor de ploeg. Het leek even een stap terug in de tijd en dat zet je dan toch wel weer even aan het denken.

maandag 11 juni 2012

Grauwe flats

Vraag aan een aantal mensen: Wat  is het eerste dat in je opkomt als je aan Oekraïne denkt ? De meeste mensen zeggen dan : ‘Grauwe gebouwen, koud en grijs.’ Voor een gedeelte klopt dat ook. Er zijn inderdaad veel grijze, grouwe flats uit de Sovjettijd. Van die flats, gebouwd in een U-vorm met veel kleine raampjes en waar al tijden geen likje verf meer is gebruikt. Toen ik de eerste keer in Oekraïne was geweest en bij thuiskomst de foto’s aan mijn neefje van zes liet zien, was zijn vraag: ’Is het daar oorlog ofzo?’  Voor veel mensen die Oekraïne als toerist bezoeken, blijft dit beeld natuurlijk ook zo. Want de meeste buitenlanders komen nooit achter de voordeur. En dat is jammer want de Oekraïners zijn zeer gastvrij en hun flatjes zijn klein maar warm.

De hoofdentree van zo’n flat is eigenlijk nooit aantrekkelijk. Een roestige, ijzeren deur die half open staat en dan een donker gat. Een kale betonnen hal met een trap en een grote rij met brievenbussen.  Laat even het beeld los van onze gemeenschappelijke hallen in flats. Dus geen tegels tegen de muur, een aankondigingbord over de huisregels en een verwijsbordje met nummers. Nee, zelfs geen lamp die schijnt. Dus het is zoeken in het schemerdonker waar je naar toe moet. Een intercom om te bellen naar boven? Ja, er hangt wel vaak een soort van telefoon maar die doet het waarschijnlijk al twintig jaar niet meer. Bij de trap zie je ook een soort liftdeur. Nou dat is handig, als je naar de achtste verdieping moet. En de deur gaat inderdaad ook open als je op het knopje drukt. Je ziet een lift zo groot als een kast waar ongeveer drie mensen, heel knus tegen elkaar aan, in passen. En je drukt op het knopje met nummer acht erop. Nou vergeet het maar want de lift komt niet in beweging. Later hoor ik dat de lift alleen omhoog gaat als je een soort pasje in een gleuf stopt. Er wordt dan iedere keer dat je omhoog gaat een rit van je tegoed afgeschreven. Bijna alle flats hebben liften waar je dus voor moet betalen om er gebruik van te maken. Ik had in het begin nog nooit van zo’n liftkaart gehoord, laat staan dat ik er een bij me had. Dus toch maar met de trap naar boven.

Op weg naar boven zie je voor iedere deur een keur aan spullen staan. Kastjes, bloempotten, schoenen, van alles wat maar niet in de flat past. Want ja, ze hebben allemaal hetzelfde formaat. Een huiskamer met een soort nis waar een twijfelaarbed in past, een halletje dat naar de keuken loopt en een klein badkamertje. Ik schat in totaal zo’n 30 m2. Het is dus niet zo raar dat veel Oekraïense stellen maar een kind hebben.  Want dat kind slaapt dan ook in de huiskamer bij de ouders of op de bank in de keuken.  Moet je voorstellen hoe gezellig het wordt als je twee kinderen hebt! Ik ken een Oekraïens stel, allebei arts en zij hebben wel een extra kamer waar hun twee zonen samen slapen. Maar de doorsnee-families hebben dus maar een kamer in hun flat. Vaak zijn de muren bekleed met behang of wandtapijten. Veel bruine kleuren en houten meubels.

Door de warmte binnen vergeet je wat

voor grauwe flats het aan de buitenkant zijn


Mijn Russische lerares Tanja woont ook in zo’n flat en toen ik haar leerde kennen, woonde haar moeder nog bij haar. Haar moeder was toen ongeveer 65 jaar oud en sliep op de bank in de keuken. Overdag ging haar moeder werken. Ze werkte in een krantenkiosk, dichtbij de flat. Voor zes dagen in de week werken, ontving zij 35 euro per maand. In de winter, bij een temperatuur van  -20 gr zat haar moeder dan in dat houten huisje met glazen ramen met haar jas aan en haar muts op. Ze had een kacheltje onder haar voeten staan om nog enigszins warm te blijven en verkocht kranten, tijdschriften, kaarten met heiligen erop en liftkaarten.  Met een houten telraam voor haar neus, rekende ze uit wat de klant moest betalen. Ze maakte vaak lange dagen. Moest 10 uur achter elkaar werken, wisselend van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat.

Een paar uur per dag kreeg ik les van Tanja en leerde ik haar ook beter Engels spreken. We zaten dan in de huiskamer aan een tafel. Maar in de pauze of na afloop van de les kwam het hoogtepunt; we gingen in de keuken zitten voor een kop thee of om iets te eten. Gezellig in die kleine keuken op de bank, aan de tafel en Tanja die aan het rommelen is achter het fornuis en het aanrecht. Je krijgt nooit alleen maar een kop thee. Nee, daar horen koekjes en Confetti (snoepjes) bij. De Oekraïners zijn namelijk echte zoetekauwen. Ook doen ze erg veel suiker in hun thee. Toen ik vertelde dat ik geen suiker in mijn thee wilde, keek ze me maar raar aan. Naast thee werd er ook vaak gekookt en door mij dus geproefd. Tanja had bijvoorbeeld  speciale aardappels gekocht die ik moest proeven. Maar omdat je aardappels nooit alleen kan eten, maakte ze er ook een salade bij. Tijdens het koken overhoorde ze mijn Russische huiswerk of leerde me nieuwe woordjes van voorwerpen in de keuken.
In haar badkamer had je uiteraard een bad en een toilet. Maar doorspoelen ging met de hand met een emmertje water. Dat water dat wij zo vanzelfsprekend uit de kraan zien stromen, dat is daar niet altijd het geval. In bijna alle flats was er tussen middernacht en vijf uur ’s ochtends geen stromend water. Ik vroeg dan ook aan Tanja waarom dat zo was. ‘ Waarschijnlijk omdat het goedkoper is om het zo te doen.’  En daar legde ze zich dan bij neer. Ik heb haar ook gevraagd waarom de buitenkant van de flat nooit werd geverfd en vertelde over de Verenigingen van Eigenaren die wij in Nederland vaak in flats hebben.  Ze zuchtte en vertelde dat er wel een soort organisatie is die verantwoordelijk is voor het onderhoud van de flat en dat ze daarvoor ook een klein bedrag betalen, maar dat er eigenlijk nooit iets wordt gedaan. Lang geleden had ze wel eens een brief geschreven maar daar nooit meer iets op gehoord. ‘ Dat soort dingen gebeuren niet hier.’zei ze berustend.

De verwarming in de flats wordt ook centraal geregeld en dat betekent dat het altijd erg warm is. Behalve dichtbij de kozijnen, daar tocht het nogal. Als je binnenkomt bij een Oekraïens gezin doe je altijd je schoenen uit. Die zet je naast de deur. Iedereen draagt pantoffels (Tapaski) in huis. En voor gasten hebben ze altijd een extra paar pantoffels in huis. Dus geen nood, koude voeten zal je op bezoek bij een Oekraïner niet krijgen.

Ik ben regelmatig met Tanja mee gegaan naar verjaardagen van haar familie of op bezoek bij vrienden. Wat een gastvrije mensen zijn het allemaal. Altijd krijg je te eten en te drinken en zijn ze geïnteresseerd in jouw verhalen en ook vooral wat je van Oekraïne vindt. De warmte die je vindt achter de voordeur, zorgt ervoor dat je vergeet wat voor grauwe flats het aan de buitenkant zijn.

woensdag 6 juni 2012

Korte rokjes en hoge hakken

Wat ik nou echt typisch Oekraïens vind, zijn dames op hoge hakken. Als je daar nog nooit bent geweest, zal je dat antwoord niet verwacht hebben. Maar na een bezoek weet ik zeker dat je mij zult bevestigen. De hoge hakken gaan bijna altijd samen in combinatie met een kort rokje.

Hoge hakken en korte rokjes, het zijn tekenen van vrouwelijkheid in Oekraïne. Als vrouwen dit in Nederland dragen, wordt het vaak ordinair gevonden maar dat is in Oekraïne zeker niet het geval. Mijn eerste bezoek aan Oekraïne was in september en toen dacht ik nog dat die hoge hakken en die korte rokjes wel zouden verdwijnen zodra het zou gaan sneeuwen. Maar vergeet het maar. Ze blijven gewoon stug op hoge hakken en in panty’s door een dik pak sneeuw lopen. Wat een bikkels, die Oekraïense vrouwen! Ik moet er niet aan denken. Ik moet toegeven dat ik ook nog nooit een Oekraïense vrouw onderuit heb zien gaan op die hakken. Dus wellicht vinden ze het echt gewoon lekker lopen.

Vrouwelijkheid is erg belangrijk voor het vrouwelijk geslacht in Oekraïne. Alle vrouwen, behalve de Baboeska’s (oma's), zien er verzorgd uit. Dat valt bijvoorbeeld ook op als je in de trollybus zit. De kaartjesverkopers zijn bijna altijd vrouwen en met een fel hesje lopen ze door de bus om kaartjes te verkopen en te controleren. En stuk voor stuk zijn ze opgemaakt alsof ze een uitje hebben. Mooie oogschaduw, felle lippenstift en gekapt haar.

Ook de vrouwen die bij het bedrijf van mijn man werkten, zagen er tiptop uit. Verzorgd, gemakuped en op hoge hakken kwamen ze ’s ochtends binnen. Vervolgens deden ze hun schoenen of laarzen uit en hun pantoffels aan en gingen achter het bureau zitten. Wel heb ik me regelmatig verbaasd over hoe kort de rokjes waren. Zou dat dan geen afleiding geven op het werk? Maar ja, die Oekraïense mannen zijn veel gewend, dus zullen niet vaak meer opkijken.

Waarom is die vrouwelijkheid voor de Oekraïense vrouw zo belangrijk? Ik denk omdat ze vooral mooi willen zijn voor een man. Dat is toch voor de meeste Oekraïense vrouwen wel het doel: trouwen en dan vooral met iemand die je goed kan verzorgen. Nu kunnen de meningen daar uiteraard over verschillen maar ik ben persoonlijk niet onder de indruk van het uiterlijk van Oekraïense mannen. Ze hebben vaak iets nors over zich, een grote neus, allemaal hetzelfde kapsel  en zijn volgens mij gewoon niet knap. En je verbaast je dan ook als je ziet wat voor stelletjes daar rondlopen; een bloedmooie vrouw met haar korte rokje en hoge hakken aan de hand van een norskijkende man in een leren, zwarte jas. Uiteraard zijn er uitzonderingen maar over het algemeen klopt dit beeld wel.

Het ouderwetse rollenpatroon zorgt volgens mij ook voor deze hang naar vrouwelijkheid. Dus de man betaalt altijd voor de vrouw. Going dutch (dus de rekening splitsen) is voor de Oekraïners onbespreekbaar.  De man houdt de jas van de vrouw voor haar klaar en de deur open. Hij neemt een bloemetje voor haar mee als ze uitgaan en hij komt haar uiteraard ophalen en weer thuis brengen.  Tijdens de verkeringtijd moet er dus vooral veel inspanning en geld ingebracht worden door de man. Hij moet de mooie vrouw veroveren.  Zodra de man en de vrouw getrouwd zijn,  moet de vrouw laten zien wat ze waard is. Dus zorgen voor haar man en thuis alles regelen. De man zal nooit helpen om de tafel af te ruimen of te koken. Nee, thuis wordt hij in de watten gelegd. Tijdens een paasbrunch die wij in ons huis hadden georganiseerd en waarbij we Oekraïense vrienden hadden uitgenodigd, hielp mijn man mee om alles op tafel klaar te zetten en ook af te ruimen. Achteraf kreeg ik van een vriendin te horen dat ze dat zo raar vond om te zien en dat een Oekraïense man dat nooit zou doen. Zeker niet als er gasten in huis zijn.

Going dutch is voor de Oekraïners onbespreekbaar


Wat afwijkt van het ouderwetse rollenpatroon zoals wij dat kennen, is dat de vrouw ook meestal buitenshuis werkt. Dit stamt uit de Sovjettijd waar iedereen zijn bijdrage moest leveren aan de gemeenschap door te werken. Dus ook de vrouwen. Je ziet dan ook opvallend veel vrouwen werken bij overheidsorganisaties, zoals in het openbaar vervoer, bij gemeentelijke instanties en op scholen. De voorzieningen zijn ook goed geregeld. Kinderopvang is er volop en je mag als werkende vrouw gebruik maken van 3 jaar zwangerschapsverlof.

Toen het in Oekraïne begon te sneeuwen ging ik op zoek naar een soort van snowboots op de markt. Ik dacht, ik moet vooral lekker warme voeten hebben als ik naar buiten ga. Dus na wat gezoek kwam ik er achter dat er eigenlijk maar een soort snowboot bestond. Een bruine, leren laars, gevoerd met nepbont. Lekker warm, stevig en ze zaten heerlijk. Dus ik was helemaal blij met mijn aankoop en trok ze meteen aan. Bij een vriendin aangekomen, trok ik ze bij de deur uit en ze gaf mij pantoffels. ‘ Wat heb je nou voor laarzen aan?’ zei ze verbaasd. ‘ Hoezo?’ vroeg ik ‘ Ze zijn toch lekker warm? Die heb ik net op de markt gekocht.’ Ze begon te lachen ‘ Dat zijn Baboeska-schoenen! Die worden alleen door oma’s gedragen!’ Nu begreep ik ook waarom die verkoopster me zo raar aan zat te kijken toen ik die snowboots paste en kocht. Maar goed, ik zag het toch niet zitten om op hoge hakken door de sneeuw te lopen. Dat laat ik maar over aan de Oekraïense vrouwen.

zaterdag 2 juni 2012

Wodka

Wodka, wie kent dit drankje nou niet? Iedereen heeft het vast wel eens een keer gedronken in een mixvorm. Nou, in Oekraïne vinden ze het maar zonde om het te drinken samen met fris of sap in één glas. Nee, daar houden ze het puur. Het drinken van wodka is daar echt een onderdeel van de cultuur en daar horen vele gebruiken en gewoonten bij.

Vodka is Russisch en betekent ‘een beetje water’ of letterlijk ‘watertje’. In Oekraïne wordt vaak de naam Garilka gebruikt in plaats van wodka. De meeste wodka die je in de winkel kan kopen, heeft een alcoholpercentage van 40 % of hoger. Er zijn ook Oekraïners die niet naar de winkel gaan voor hun dagelijkse glaasje water. Maar zij maken het liever zelf. Dit heet Samagon. Een waarschuwing: dit brouwsel heeft vaak een percentage van rond de 80 % en je krijgt er de volgende dag gratis hoofdpijn en op de langere termijn kans op blindheid bij. Maar veel (oudere) mannen op het platteland zweren bij dit sterke en goedkope drankje.

De basisregel is dat je wodka nooit alleen drinkt. Als je dat doet, ben je een alcoholist. Dus Oekraïners die zin hebben in een glaasje wodka, nodigen vrienden of familie uit. Wodka wordt altijd puur en in kleine borrelglaasjes gedronken. Vergelijkbaar met onze jeneverglaasjes. Maar het is niet gebruikelijk dat je aan het glas nipt. Het wordt in een keer naar binnen gegoten en je drinkt altijd tegelijkertijd met je tafelgenoten. Ook wordt het meestal ijskoud gedronken dus bewaren ze het in de vriezer of buiten in de sneeuw als het winter is. Als de fles is geopend blijft deze op tafel staan. Maar een lege fles nooit, dat brengt ongeluk!

Een andere belangrijke basisregel is dat je tijdens het wodka drinken altijd iets moet eten. De Oekraïners zijn er van overtuigd dat je dan de volgende dag ook minder hoofdpijn hebt. Dus ze eten er vaak brood, chips, stukken groenten zoals komkommer, augurk of tomaat, partjes fruit zoals sinaasappel of appel, krabsticks, gezouten sardientjes of stukken worst bij. Als je wodka bestelt in een café, krijg je er ook altijd iets te eten bij geserveerd. Sommige Oekraïners drinken een wodka en ruiken vervolgens meteen aan een stuk brood of een augurk.

Grappig om te zien dat je in een restaurant een karafje wodka kan bestellen. Of als je met een grotere groep bent, gewoon een fles wodka. Toen ik net in Oekraïne was, viel het me op dat ik in een restaurant twee vrouwen aan een tafel zag zitten. Ze hadden niet een karafje wijn op tafel, zoals bij ons gebruikelijk is, maar een karafje wodka. Bijna altijd wordt er sap naast de wodka geserveerd. Het wordt dus niet door elkaar gedronken als een mixdrank maar naast elkaar. Na het leegdrinken van je wodkaglaasje, neem je vervolgens een paar slokken van je sap (Sok in het Russisch). Zodat je ook iets te drinken hebt, tussen de wodkaatjes door.

Er is altijd één persoon die de fles wodka schenkt. De Ruka (de hand) genaamd. Deze persoon doet dat gedurende de tijd dat de groep bij elkaar is. Hij bepaalt het tempo van het drinken en schenkt de glaasjes in en leidt het ritueel. Als de volgende dag iedereen hoofdpijn heeft, dan ligt dat aan de Ruka. Dan heeft dus de persoon die de wodka inschonk een 'slechte hand' en dan zal hij de volgende keer niet snel meer de Ruka zijn.  Belangrijk is dat er iedere keer dat de glaasjes leeg gedronken worden, eerst getoost wordt. De Ruka begint meestal met de eerste toost. En vervolgens volgen de andere aanwezigen bij de volgende wodkaronden. Oekraïners hechten veel waarde aan een mooie, poëtische toost. Dus niet de nuchtere Hollandse manier van iets beschrijven maar vooral heel uitgebreid. Een voorbeeld: Er wordt getoast op de buitenlandse vrienden die aanwezig zijn. Dan zegt een Oekraïner iets in de trant van: ‘Op onze vriendschap, dat hij nog heel lang zo mooi en goed mag blijven. En ook op de vriendschap en de vrede tussen onze landen.’  En vervolgens zegt iedereen proost (Nasdarovje in het Russisch en Budma in het Oekraïens) en drinkt zijn glas leeg. Dus mocht je een keer uitgenodigd worden om wodka mee te drinken bij Oekraïners, neem dan zeker het woord bij het doen van een van de toosts. Dat wordt zeer gewaardeerd door je mededrinkers. Meestal wordt de tweede toost gebruikt om de gastheen en gastvrouw te bedanken.

Er is altijd een persoon

die de fles wodka schenkt: de Ruka


Dan zijn er ook nog bijzondere toostrondes. Bij de derde ronde wordt er bijvoorbeeld altijd geproost op de Liefde (Lubov). En uiteraard wordt er dan even extra naar elkaar gekeken door de mannen en vrouwen aan tafel. Het zijn dus niet alleen maar de mannen die wodka drinken.  Vaak drinken vrouwen ook mee. Maar je ziet vaak dat ze minder in hun glas krijgen, af en toe een ronde overslaan of dat ze in plaats van wodka, wijn in hun glas krijgen.

De toosts worden natuurlijk mooier en langer, naarmate er wodka gedronken wordt. Vaak zie je aan het einde van de avond iedereen staand aan de tafel toosten terwijl in het begin nog iedereen bleef zitten. Met de armen broederlijk om elkaar heen hoor je dan de ene poëtische toost na de andere. Uiteraard zorgt de drank ook voor minder terughoudendheid. Ik heb regelmatig meegemaakt dat er gezongen gaat worden: het Oekraïens volkslied, met veel vuur gezongen en de hand op de borst, of volksliedjes over de liefde. Tijdens een etentje bij vrienden werd zelfs een keer een karaokedvd opgezet en stonden we gezellig Oekraïense en Russische liedjes mee te zingen.

In de supermarkt heb ik me verbaasd. Natuurlijk over wat ze allemaal niet in de winkel verkopen zoals bijvoorbeeld bij ons in Nederland. Maar dat weet je als je naar het buitenland gaat. Nee, ik heb me vooral verbaasd over de hoeveelheid schappen die in een supermarkt zijn ingericht met wodka. Echt een hele gang vol. Ik had nog nooit zoveel wodka gezien. En ik wist ook niet dat je zoveel verschillende soorten wodka had: met de smaken citroen, bessen, kaneel, hete pepers, light-wodka en ga zo maar door. En dan uiteraard heel veel verschillende soorten merken. Nemiroff is een heel populair merk in Oekraïne. Maar mocht je twijfelen over welk merk of welke soort wodka je wil kopen, geen nood: bij de wodkaschappen staat altijd een medewerkster die je graag adviseert.  Grappig is dat je zo’n medewerkster verder ook nergens anders in de supermarkt ziet staan. Dat zegt ook wel iets over hoe belangrijk het wodka drinken is.

Onze buurman in Oekraïne, Borja, was een man van ongeveer zeventig jaar oud. Ik verstond hem niet zo goed want mijn Russisch was te slecht of hij sprak te onduidelijk, maar een vriendin vertaalde regelmatig zijn verhalen. Toen ik vroeg wat zijn geheim was om zo oud te worden, vertelde hij dat een wodkaatje per dag de truc is. Ook wordt wodka door de Oekraïners vaak gezien als een medicijn. Voel je je niet zo lekker? Neem dan maar een wodkaatje. Heb je last van een verkoudheid? Smeer dan wodka op je borst. Ook hoorde ik verhalen van mensen over Tsjernobyl. Na de kernramp, werden de bewoners in de ruime omtrek van de kernreactor geadviseerd om één wodkaatje per dag te drinken. Dan viel het allemaal wel mee.